Ervaren beoefenaars uit verschillende tradities laten hun licht schijnen op een onderwerp
Twitteren, digitale sociale netwerken, chatten, kan dit iets betekenen voor de ontwikkeling van het boeddhisme in Nederland? Kan aandachtig leven samengaan met chatten en twitteren?
‘Twitter moet je zien als een kroeg’, zegt Petra Hubbeling, die voor haar bedrijf Boeddhisness zeer actief is op het internet en vooral op de sociale netwerken ervan. Het internet is haar belangrijkste communicatiekanaal. Ook Twitter is haar niet vreemd. ‘Je komt binnen en gaat weg als het jou uitkomt. Je praat met deze en gene. Je kunt niet elk gesprek dat in de kroeg gehouden wordt volgen. Je moet vertrouwen wekken en je moet laten zien wie er achter het account zit. Vriendschappen en zakenrelaties zijn alleen maar succesvol als ze gebaseerd zijn op vertrouwen en het is met Twitter niet anders. Iemand die niets van zichzelf laat zien, niets komt brengen en alleen maar komt halen is er snel uitgekeken. Zo iemand krijgt weinig reacties.’
Voor haar bedrijf neemt Hubbeling als uitgangspunt dat meer mensen niet naar haar website komen dan wel. ‘Het is dus voor mij belangrijker daar te zijn waar mijn doelgroep is. Een van de belangrijkste instrumenten die ik daarvoor gebruik is Twitter. Via mijn accounts twitter ik over het boeddhisme. Op mijn eigen account twitter ik ook over mijn privé-leven. Dit wil inderdaad zeggen dat ik mijn volgers meld als ik naar bed ga. Heeft dat toegevoegde waarde? Ik denk het niet, maar het geeft mijn account wel het menselijke gezicht dat je, om succesvol met twitter om te gaan, moet hebben.’
Collectieve kennis
‘In de afgelopen eeuw heeft er een aardverschuiving plaatsgevonden in de verspreiding van de dharma (de boeddhistische leer, red.)’, zegt Guan Her Ng. Het begon allemaal met mondelinge verspreiding van de leer nadat de Boeddha gestorven was. Daarna werden rollen en boeken, beeldhouwwerken, gebouwen en schilderstukken de dragers van de dharma. En sinds een eeuw ook radio, televisie en films. Inmiddels heeft het gebruik van de nieuwe media op het internet al het andere van de plaats gestoten. Het boeddhisme wordt niet langer gedragen door fysieke objecten in onze werkelijke wereld, maar vooral door nullen en enen waarmee computers rekenen.
Ng: ‘Het internet begon met pure informatie. Inmiddels draait alles om sociale media. Facebook, Twitter en Hyves zijn hier directe voorbeelden van. Je kunt gratis in contact zijn met iemand aan de andere kant van de wereld.’ Hij ziet dat we door sociale media op een interactieve manier met het boeddhisme kunnen. ‘We bouwen collectieve kennis op. De gebruiker is niet alleen een consument geworden maar vooral een producent. Zo is globalisatie doorgedrongen in het boeddhisme.’
Dat kan handig zijn, merkte Hubbeling. ‘Boeddhisme en business is in Amerika al veel langer een begrip, dus veel van mijn informatie haal ik via de sociale netwerken bij internationale groepen over boeddhisme.’ En vindt ze een keer geen antwoord, dan stelt ze haar vraag op Twitter. ‘Ik krijg ook meestal antwoord.’ Ze vertelt over een verzoek over componisten of tekstschrijvers van boeddhistische kinderliedjes die binnenkwam bij de Boeddhistische Unie Nederland (BUN), waar ze bestuurslid is. ‘We hebben de vraag op de BUN-site uitgezet en kregen geen enkele reactie. Ik heb de vraag toen uitgezet in mijn twitternetwerk en binnen een uur had ik vier bruikbare reacties. Daar kan niets tegen op.’ Het nadeel is dat als je binnen het uur geen respons hebt, je die ook niet meer hoeft te verwachten. En het is noodzakelijk dat je een groot netwerk hebt wil je reacties krijgen op je vragen. ‘Maar dat is in het gewone leven ook zo.’
Roedel jonge honden
‘Pak je mobieltje en twitter’ is voor Marloes Lasker het equivalent geworden van de beroemde zen-uitspraak ‘Hak hout en draag water’.
Internet speelt in Laskers leven een belangrijke rol: ‘Internet en zijn snelheid zijn niet tegenstrijdig met de intentie
aandachtig te zijn en zorgvuldig te leven. Aandachtig zijn, dient binnen in mij te gebeuren. Ik moet dat zelf doen. Ik kan,
als ik dat wil, aandachtig internetten, mailen, sms’en of twitteren. Natuurlijk is het makkelijker voor mij aandachtig te
zijn als ik een prachtige bloem aanschouw, die zich stil en in volle glorie openbaart. Maar het dagelijkse leven lijkt meer, net als internet, op een roedel jonge honden die de kamer komt binnenstuiven dan op een stille bloem. Het is chaotisch en oncontroleerbaar. Waar moet ik beginnen?! En dat is precies de plek waar mijn beoefening plaatsvindt: in mijn dagelijkse leven. Waar anders?’ Dat betekent niet dat Lasker alle internetmedia gebruikt: ‘Door aandachtig te zijn merk ik bij mezelf op wat iets met mij doet.
Zo ben ik onlangs, na het een korte tijd uitgeprobeerd te hebben, gestopt met twitteren. Het had een hypnotiserende uitwerking op me. Op elk onbewaakt ogenblik pakte ik mijn iPhone en nam ik de laatste boodschappen van mijn contacten door. Ik werd tureluurs door de grote hoeveelheid informatie die telkens langskwam.’
Vanwege hun intensieve internetgebruik krijgen Hubbeling en Lasker regelmatig de vraag of dit wel samengaat met boeddhisme. De beeldvorming van boeddhisme en internet lijken niet te stroken. Rust versus hectiek, duurzaam versus vluchtig, focus versus verspreide aandacht. Internet wordt door veel mensen gezien als een erg onrustig medium. Lasker vindt niet dat iedere boeddhist zou moeten stoppen met twitteren. Misschien pakt zij het zelf ooit ook weer op. ‘Zolang je maar beseft dat twitter, je mobieltje, internet, zoals alles, een bron van gehechtheid kan zijn.’
The big sit
Lasker ziet in internet een prachtige mogelijkheid voor gezamenlijke meditatiebeoefening. Ze denkt vooral aan de mensen die vanwege fysieke, logistieke, financiële of andere redenen niet in staat zijn om (regelmatig) een meditatieruimte te bezoeken en toch graag wat meer leiding of steun bij het zitten zouden willen krijgen. ‘Ik weet uit ervaring hoe belangrijk internet kan zijn voor een fysiek gehandicapte, om contact te kunnen houden met de buitenwereld. Dat is precies het tegenovergestelde van wat men vaak beweert: dat het bezoeken van internet zorgt voor verwijdering van elkaar.’ Lasker beschrijft een nieuwe online sangha mogelijkheid: ‘Vorig jaar heb ik meegedaan aan The Big Sit, 90-day Zen Meditation Challenge, georganiseerd door het Amerikaanse tijdschrift Tricycle Magazine. Je werd gestimuleerd negentig dagen lang elke dag zazen te beoefenen. Er was op internet een community opgezet. Daar kon je richtlijnen en hulpmiddelen vinden, zoals hoe te zitten en hoe een altaartje op te zetten. Je kon van gedachten wisselen met andere deelnemers. Dogen’s Genjokoan was als tekst beschikbaar waarmee de deelnemers die negentig dagen zouden werken. Elke week gaf Roshi Pat Enkyo O’Hara een teisho (zen-lezing, dv) over de Genjokoan, dat als filmpje op de website vertoond werd. De community gaf me het gevoel deel te zijn van een sangha, een gemeenschap. Ik wist dat ik niet alleen zat. Er waren honderden mensen over de hele wereld die meededen aan The Big Sit en tegelijk met mij oefenden.’
Tweeps
Ook Hubbeling vindt de sociale media op internet niet onpersoonlijk. ‘Ik denk dat je iedere week wel twee of drie twitterbijeenkomsten kunt bijwonen als je dat zou willen. Maar ook via de andere netwerken als LinkedIn en Facebook organiseren deelnemers bijeenkomsten.’ Hubbeling organiseert zelf koffiebijeenkomsten bij haar thuis voor mensen uit verschillende netwerken en Twangha (twitter-sangha) bijeenkomsten. Dit zijn bijeenkomsten voor tweeps (twitteraars) die affiniteit hebben met het boeddhisme en af en toe samen willen komen om te mediteren en ervaringen te delen.
De kracht van Twitter is volgens haar dat je accounts veel onbevangener benadert dan je in real life (IRL) zou doen. ‘Je beoordeelt iemand op de inhoud van zijn tweets, de twitterberichten, en niet op uiterlijk, geaardheid en alle zaken waarop wij mensen IRL zo snel beoordelen. Ik heb contact met mensen die ik IRL waarschijnlijk nooit ontmoet zou hebben, al is het alleen al door de geografische afstand.’
Ze vervolgt: ‘Ik denk dat we in de toekomst niet meer onder de sociale media uit kunnen. Mijn generatie staat er nog heel sceptisch tegenover, maar nieuwe generaties weten niet anders meer. Ik raad iedereen aan: verdiep je erin en maak er gebruik van op de manier die bij jou past. Oordeel niet zonder het eerst onderzocht te hebben.’
Petra Hubbeling, eigenaar Boeddhisness is zen-student van Nico Tydeman Sensei en vicevoorzitter van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN). Op twitter is ze te vinden als en @petrah @boeddhisness en haar site www.boeddhisness.nl
Guan Her Ng is lid van de Fo Guan Shan sangha en voorzitter van Buddha’s Light International Association (BLIA) Young Adult Division Holland. Hij is schrijver en redactielid van BodhiTV.nl.
Marloes Lasker is leerlinge van en (aankomend) monnik bij Nico Tydeman Sensei. Ze houdt een weblog bij op http://www.TussenpoZen.com en is schrijfster van het boek ‘Zho, een jaar uit het leven van een doofblinde vrouw’.